vrijdag 25 september 2015

Stadspark in herfstsferen

Opdrachtomschrijving: Schilder met plakkaatverf een stadspark. Laat door gebruik te maken van kleurnuance zien dat het park in herfstsferen verkeerd. Gebruik ruimtesuggestie om het park een realistisch karakter te geven.
 
 
betekenis
 
-Geef aan op welke manier je de inhoud van de opdracht hebt verwerkt.
Vertel daarbij ook welke associaties je hebt gehad bij het onderwerp.
 
Mijn associaties met de herfst zijn warme kleuren ( rood en geel). Dit wilde ik vooral in mijn schilderij benadrukken. In de herfst lopen kleuren in elkaar over, van bijvoorbeeld geel naar oranje naar rood en heel soms zie je zelfs nog een beetje groen.
 
vorm
 
- Leg aan de hand van je resultaat uit welke beeldaspecten je hebt toegepast. Waar in het werk is dat goed te zien?
 
Ik heb gekozen voor een rechte horizon. Verder heb ik gebruik gemaakt van overlapping, dit zie je bij de takken van de bomen en de bladeren. Grootteverschil, voor zijn de bomen groter dan achter. Ik heb voornamelijk gekozen voor de kleuren geel en rood, deze heb ik soms gemengd tot oranje. Je ziet dat er achter sprake is van kleurvervaging, achterin heb ik veel wit gebruikt. Er zit een heel klein beetje groen in de tekening, dit benadrukt de kleur rood extra goed (ze staan tegenover elkaar in de kleurencirkel). Compositie, ik heb gekozen voor een vol park, je ziet bijvoorbeeld geen lucht. Het pad in het midden maakt dat het schilderij toch nog iets van licht en ruimte bevat, anders zou je door de bomen het bos niet meer zien.
 
materie
 
- Met welk materiaal heb je gewerkt? Wat vond je van het gebruik van dat materiaal? Had je nog andere materialen of gereedschappen willen gebruiken en zo ja waarom?
 
We hebben in de les gebruik gemaakt van plakkaatverf, kwasten, papier en potloden. Ik vond het werken met verf fijn, ik gebruikte veel water (dit zie je goed op de laatste foto; de verf druipt van de tekening). De kleuren liepen door het gebruik van de verf in combinatie met het water goed in elkaar over. Ik had niet nog meer materiaal bij deze opdracht gewild, wel lijkt het mij leuk om deze opdracht een keer te doen met krijt i.p.v van verf.  
 
beschouwing:                                                            
 
1
- Welke beelden heb je gebruikt om je te  laten inspireren over het onderwerp? Welke beelden hebben je goede informatie gegeven over de beeldaspecten? Welke voorbeelden hebben je op een spoor gezet voor het werken met materiaal en techniek? Geef aan waar je dat in het werk duidelijk terugziet. '
2
                                                    

3
Wat je op alle drie de schilderijen goed terug ziet is de kleurvervaging, achter is er veel gebruik gemaakt van wit. De overlapping van de bladeren, zie je ook in alle drie terug. Het gebruik van rood en geel zie je voornamelijk in de tweede foto goed.  De techniek van de schildrijen sprak mij aan. Ik heb niet veel gebruik gemaakt van details, schilderij een en twee hebben ook niet heel veel details.


werkwijze
 
- Had je al eens eerder met dit materiaal en deze techniek gewerkt? Wat heb je daarover nieuw ontdekt? Wat vond je lastig?
 
Ik heb eerder met plakkaatverf gewerkt. De techniek heb ik vaker gebruikt alleen dan met waterverf. ( vaas met bloemen op de middelbare school). Ik heb ontdekt dat je echt maar een heel klein beetje verf hoeft te gebruiken, ook al meng je dit met veel water de kleuren blijven duidelijk genoeg.
 
onderzoek
 
- Beschrijf en laat met beelden zien welke stappen je in het werkproces hebt gezet. Welke keuzen heb je gemaakt en waarom? Hoe heb je de andere 5 componenten in dit proces meegenomen?
 
Stap 1: grof schetsen. Ik maakt een grove schets ( zie foto 1). Ik begon met de horizon en vervolgens tekende ik de bomen en het pad. Deze stap was zo klaar, er viel bij mij niet zoveel te schetsen. Waarom deze stap? zonder schets weet je niet waar je moet beginnen.  
 
Stap 2: Grote vlakken eerst schilderen. Ik ben begonnen met het pad, daarna ging ik door met het boven vlak (de bladeren) ( zie  foto 2). Waarom? Als je eerst met details begint, is het lastig om er om heen grote vlakken te maken. Er ontstaat dan een wit randje om het detail, dat vind ik niet mooi.
 
Stap 3: Teken de details. Hier heb ik mij niet heel erg aan gehouden ( zie foto 3). Ik heb de boomstronken al geschilderd voordat ik het boven vlak en ondervlak af had. Dit maakte niet veel uit, omdat de boomstronken dan wel minder groter vlakken zijn, maar nog steeds niet gedetailleerd.
 
Stap 4: opvullen. Op foto 4 zie je dat de bladeren af zijn gemaakt en het onderste gedeelte ook. Ik heb als allerlaatste de kleine witte stukjes opgevuld die je nog op foto 4 ziet.
 
Wat vind je geslaagd?
 
Ik vind dat ik geslaagd ben in het gebruiken van de verschillende beeldaspecten om perspectief te vormen. Ook ben ik blij met de techniek die ik heb gebruikt. De overloop van de bladeren vind ik mooi.
 
Wat kon beter?
 
Eigen inbreng. Ik heb mijn schilderij na geschilderd van een schilderij ( schilderij 1). Ik had het leuker gevonden als ik mij er door had laten inspireren.
 
1
 
 
                
 
 
2
                                                       


3
4


5